Categorie: “Wat ik hoor”

  • De lol van de Guitaromanie

    Dat wij het af en toe over de Guitaromanie hebben is te danken aan Charles de Marescot. Die schetste in zijn gelijknamige boekje uit 1825 een beeld van een wereld waarin iedereen gitaar speelde – en meestal dwars door elkaar heen. Van concurrerende amants die serenades brengen onder één raam, tot een salon waarin meerdere gitaarconcerten tegelijk gaande zijn, tot de beroemde strijd tussen de Carullisten en de Molinisten, waarin beide groepen elkaar met gitaren te lijf gaan – ongeveer als hedendaagse voetbalhooligans van rivaliserende clubs. (meer…)

  • Verkeerd accent maakt frase onbegrijpelijk

    ’s Avonds laat, te moe om nog wat te doen, geen zin om al naar bed te gaan. Tijd voor een plaatje. Kpak een CD van een Amerikaanse klassieke gitarist. Souvenirs d’une Soirée à Berlin staat erop. Kent u dat stuk? Ik ook niet. Opus 56 van Sor. (meer…)

  • Nieuwe foto

    Zo jongens. Dat was ik gisteren, voordat ik met Klaas Fopma naar de Prins ging en later op één of andere manier dronken thuis kwam.

    Paul Pleijsier (foto Klaas Fopma)
    Paul Pleijsier, Lacote 1823 (foto Klaas ‘Rembrandt’ Fopma).

  • De duetten van Sor

    De duetten van de geachte Sor heb ik altijd maar zo-zo gevonden. Ik was niet de enige, Lex Eisenhardt vond ze ook weinigzeggend (zijn precieze woord ben ik even kwijt). Ze bewogen zich van begin naar eind zonder opvallende harmonieën of andersoortige gebeurtenissen, en alles onderweg leek wat op elkaar. Wel charmant, en goedverzorgd qua harmonie, maar slaapverwekkend. Dit in tegenstelling tot de rest van Sors gitaaroeuvre, waar je soms opvallender zaken tegenkomt. (meer…)

  • Amerikaanse expressie

    Expressie in de klassieke stijl. We hadden het er al eens over. De Amerikaanse gitarist Tom Poore is er ook mee bezig. Hij schreef op zijn website een kort artikel ‘The Value of Musical Analysis‘. Hierin komt een etude van Sor ter sprake, no. 13 uit het (onvolprezen) opus 60. (meer…)

  • Het nut van de klassieke stijl en van Sor

    De Pianist heeft de Weense klassieken: Haydn, Mozart en Beethoven. Bij elkaar een enorme bak met nootjes in de klassieke stijl. Die klassieke stijl is een heldere stijl met bepaalde wetten. De pianist rust niet voordat hij de geheimen van die stijl heeft ontsluierd, en aan die prachtige nootjes de juiste expressie kan ontlokken. (meer…)

  • Verdampers nader bekeken

    Hoera, de lente is daar. Edoch, we mogen niet te vroeg juichen. ‘Maart roert zijn staart’, en ‘aprilletje zoet geeft nog wel eens een witte hoed!’, leerde ik al van juffrouw Paap in de eerste klas lagere school (tegenwoordig groep 3). Vóór je het weet neemt de temperatuur weer een nose dive en sleurt de luchtvochtigheid met zich mee. En is het weer gitaar-barst-weer! (meer…)

  • Ik ga op 13 maart niet naar Tommy Emmanuel

    Tommy Emmanuel. Ik heb werkelijk niets tegen die man. Ik kan zelfs met enthousiasme reclame voor hem maken: mensen bezoek allemaal het aanstaande concert van Tommy Emmanuel. Zo. Maar mij zul je er niet zien. Ik ben al geweest. En om er voor de derde maal heen te gaan, nee. (meer…)

  • Simon Molitor’s “sehr reiner fehlerfreier Besaitung”

    De gitaar is een gelijkzwevend instrument, dat weten we. In tegenstelling tot instrumenten die voor elke toon één of meer snaren hebben, zoals de meeste klavieren, zijn afwijkende temperamenten bij de gitaar niet mogelijk. Dit in tegenstelling tot wat velen denken, namelijk dat je op een oude gitaar een historische intonatie aantreft. (meer…)

  • Back to the future

    Als ik mijn Starobin-recensie (“Een nieuwe Sor-CD“) nog eens overlees, realiseer ik mij dat ‘ie eigenlijk een (onbewuste) premisse bevat. Stel dat Starobin pianist was geweest en een Chopinplaat had gemaakt. En ik had dan opgeschreven dat die plaat niet goed was, en vervolgens betoogd hoe je eigenlijk Chopin moest spelen. Zou potsierlijk geweest zijn, want het is allang bekend hoe dat moet. (meer…)