Even een verhaaltje uit de oude doos, waarmee ik bedoel dat het zich jaren geleden afspeelde, in 2010 denk ik. Maar daarom is het niet minder belangrijk of minder waar. Dit verhaal kaart de misstand van de gebrekkige intonatie aan, én biedt daarvoor een oplossing.
Lijdend voorwerp, met korte ij, is mijn Santiago Marin-gitaar, bouwjaar 1982. Onze Lieve Heer weet hoe hard ik daarop gestudeerd heb, met name in mijn conservatoriumtijd. Een goede gitariste speelde er ooit op, hoorde het open hoog, en sprak: “daar heb je héél veel op gespeeld”.
De Marin was, en is, een weinig vergeeflijk instrument. Als je geen goede toon hebt dan valt er weinig te genieten. Is je toon wél in orde, dan is er veel dynamiek, projectie en warmte.
Zoals dat gaat, je deelt een tijdlang lief en leed met zo’n instrument. Je hebt er als het ware een relatie mee.
Tot de minpuntjes behoorde ook de intonatie van de Marin. Een bekende bouwer had er eens naar gekeken, en een paar fretten verplaatst. Hij zei: “nou, mijnheer Marin had wel een flesje wijn op toen hij deze fretten erin sloeg”.
Over de jaren werd mijn intonatiegevoeligheid steeds groter, en mijn appeteit voor de Marin steeds kleiner. Zou ik de gitaar afdanken? Dat zou dan een triest en éénzijdig einde zijn van onze relatie. Mensen ontwikkelen zich, en groeien met elkaar méé, of uit elkaar. Maar een gitaar is statisch. Dat vond ik zielig. Ook een gitaar had recht om zich te ontwikkelen, vond ik. Maar dan zou ik haar wel een handje moeten helpen.
Ik had mij verdiept in het intonatiegebeuren, en was daarbij op de naam Norbert Wolf gestuit. Zijn Verfahren noemt hij de NoWoMensur. Hij was de enige Europeaan, voor zover ik wist, die zich op het intonatieprobleem geworpen had, en naast de zadelcompensatie ook iets deed wat ze in de USA nut-compensation noemen.1 Ik herinnerde me ook ergens gelezen te hebben dat Norbert Wolf aan de Ramirez van Jan Akkerman gewerkt had. Jan zei desgevraagd over Norbert: hij kan wel wat. Uit de mond van Akkerman is dat een compliment.
Dus toog ik naar Berlijn, met mijn verguisde relatiepartner in een koffer (als je het zo zegt klinkt het wat freaky). Aan de Prenzlauer Allee overhandigde ik haar aan Norbert Wolf.
Norbert legde de gitaar op de toonbank, liet z’n medewerker opdraven, en samen maten ze alle fretposities op. Het goed ingespeelde duo had spoedig alle relevante gegevens van de gitaar in kaart gebracht.
Ondertussen zat ik een gitaar met NoWoMensur uit te proberen. De medewerker wilde me een stemapparaatje geven, maar Norbert had me al bezig gezien, en hij bromde “dat heeft ‘ie niet nodig”.
Ik vroeg Norbert of ik het gebruikte snaartype moest specificeren, omdat carbon in mijn toenmalige ervaring anders intoneerde dan nylon. Tot mijn verbazing zei hij dat het niets uitmaakte. OK OK.
De gitaar moest twee weken achterblijven. Thuis zei ik: Ich hab’ noch einen Koffer in Berlin.
“En”, roept u, “is het wat geworden?” Antwoord: jazeker. De Marin werd van mijn meest valse gitaar de meest zuivere.
Toen ‘ie klaar was kreeg ik er een computeruitdraai bij met daarop de Ausgangsmessung. Hierop stonden de oorspronkelijke intonatie-afwijkingen per snaar en per fret aangegeven, ook zichtbaar gemaakt in een kleurige grafiek. Bijna alles was overal te hoog. De G spande de kroon, met een afwijking van 10,89 cent op de 11de fret. Ik kreeg ook een sheet van de nieuwe situatie, waarin alles binnen 2 cent bleef, geloof ik, maar die sheet ben ik helaas kwijtgeraakt.
De gitaar was nu ook veel makkelijker stembaar. Als je erop speelt voelt het een beetje buitenaards. Valsheden die je onwillekeurig verwacht, treden niet op. Norbert had als onderdeel van de behandeling, op keurige wijze, een iets breder zadel geïnstalleerd. Hij had bij de intake al aangegeven dat dat nodig was.
Er is nu een mooi helder filmpje waarin Norbert duidelijker dan ooit is over zijn systeem. Het hele idee van ‘compensatie aan beide zijden van de snaar’ is ook niet meer zó obscuur als het ooit was. Een wetenschappelijke beschrijving van een compleet compensatieproces is te vinden in het boek van de Australiërs Gore en Gilet, in het deel ‘Design’.2 Het systeem heeft op drie continenten z’n voortrekkers, maar Norbert Wolf was in Europa de pionier, die ook al in een vroeg stadium de computer erbij betrok. Hij mag wat mij betreft gerekend worden tot de Grote Geesten van het Germaanse Gitarisme.
- De bouwer Greg Byers (USA) is daarin een voortrekker. ↩︎
- Trevor Gore in collaboration with Gerard Gilet: Contemporary Acoustic Guitar Design and Build, Australië 2011, 2de druk 2016, p. 4-98 > 4-124. ↩︎
