Kopje thee erbij. Paradis aan, en oefenen maar. Gisteren een noest avondje beleefd, waarbij ik de vingerzettingen die John Williams gebruikt in het langzame deel van Aranjuez heb afgekeken, en heb genoteerd.
Ik heb wel eens geschreven “de grote John Williams”, en dat gaat hier dubbel en dwars op. Willems speelt het concert live op de Berliner Waldbühne, onder Barenboim (oude studiemaat), aangehoord door een onafzienbare massa publiek.
Ga vooral even naar het tweede deel (7’00”). Alles wat goed is, zie je en hoor je hier. Williams heeft een bewonderenswaardige controle en speelt met grote subtiliteit. Doe dat maar eens, als je met je gitaartje tussen 50 man orkest zit waarvan ieder lid je in zijn eentje weg zou kunnen blazen. De geluidsversterking doet z’n heilzame werk, maar je ziet er niets van. Ook dat aspect heeft Willems tot in de perfectie leren beheersen, ongetwijfeld ge-mastermind door de kundige CBS/Sony-technici die zijn platen opnamen.
Vóór de gitaar staan twee microfoons op lage statiefjes.1 In sommige overhead-shots is één monitor zichtbaar, liggend vóór het orkest, gericht op Williams.
Aranjuez is kritisch. Voor dat gevoelige thema moet de toon optimaal zijn en voor al die snelle cante jondo-loopjes moet de techniek eveneens optimaal lopen. “Paul Pleijsier, je moet iets aan je nagels doen”, hoor ik mij zeggen. De controle over de snaar is onvoldoende. Toch zien ze er voor de verandering perfect uit. Was het een ander stuk dan had ik ze zo gelaten. Maar we moeten durven. Michael Schumacher paste op race day z’n afstelling ook nog aan.
Laten we wel zijn, Aranjuez hoort bij de mooiste dingen ooit geschreven, zeker zoals Williams het laat horen. We zijn happy dat we dat mogen hebben op de gitaar. Ik denk dat de uitvoering van het concert aardig geëvolueerd is sinds de dagen van Regino Sainz de la Maza, en dat een latere generatie gitaristen Rodrigo heeft kunnen laten horen wat hij in z’n hoofd had, of misschien zelfs nog iets beters dan dat, want de uitvoeringstraditie van het langzame deel wijkt hier en daar iets af van de notatie, en maakt het nog vloeiender en expressiever. Willems, als een van de grootuitvoerders van het werk, zal daar mede-debet aan zijn.
En wat een prachtige instrumentatie, mogen we dat ook eens zeggen, die blazers in alle mogelijke combinaties, schitterende klanken, en die lage bassen. En dat werkelijk visionaire gebruik van de gitaar in de akkoorden, met die dissonanten en die merkwaardige liggingen. In 1939 moeten ze gedacht hebben dat ‘ie gek was, Rodrigo. Ik kan me zo voorstellen dat hij, de blinde man, samenzat met De La Maza, en dat ‘ie de grenzen opzocht. “Kan die ligging niet anders, kan je er geen kwart in stoppen, nee niet dat, ja dat, en doe die Sol er nog eens in? Ja dat is het! Is het speelbaar? “Nee nauwelijks”. “Nou dan oefen je maar goed!”
En al die melismen van de melodie zijn ook een vondst: Rodrigo’s oplossing voor het verlengen van de toon. Ja, Carlos Santana was er nog niet.
En dat thema van het laatste deel, solo gebracht door de gitaar. Wat een gek dingetje is dat eigenlijk, een soort tweestemmig contrapunt, maar dan hoogst individueel en dissonant, maar wat er resulteert is toch een leuk deuntje.
En dan die eigenwijze Segovia, DE klassieke gitarist van de 20ste eeuw, die het werk nooit gespeeld heeft, omdat het niet voor hem geschreven was. Dan ben je toch wel een rancuneuze narcist. Maar daar hebben we dan weer Gentilhombre aan te danken, Rodrigo’s andere concert, ook heel mooi.
Ja, nu denkt u “waar blijft de draai die het allemaal tot ironie maakt”. Geen draai, ik zeg altijd dat ik een ‘groot vermogen heb tot loven en prijzen’, nou, hier heb je het dan. Ik heb Aranjuez nooit echt gestudeerd, wel bekeken, maar met terugwerkende kracht vind ik dat raar. Je kan toch je belangrijkste werk – als je het vanuit het publiek bekijkt – niet ignoreren? Ja het is retemoeilijk. Maartop down studying, dat kan best, er zijn er ook genoeg die de krant van achteren naar voren lezen. Dat is weer eens wat anders dan bottom up. Top down geeft je de motivatie met meesterwerken bezig te zijn, en je komt er snel achter wat gitaarspelen eigenlijk is, als je tenminste een leraar hebt die het kan sturen. Maar om het nut ervan in te zien moet je wel een bepaalde ambitie hebben. Je zal de gemiddelde muziekschoolleerling er niet mee in beweging krijgen denk ik. Maar misschien die éne wel.
Ja, zelf speel ik een aftreksel van het langzame deel, getiteld Aranjuez con tu amor , een ietwat populistische bewerking, met drums! Met de Harmonie Katwijk. En wat doet Paul dan? Die gaat die hele partij, geschreven voor bugel, herschrijven, gitarificeren. Alle relevante passages vervang ik door echte Aranjuez-passages. Maar de bewerkster, Alma Muller, heeft een coupure ingevoegd, waardoor je het thema niet één op één kan overzetten. Ik breek dan mijn kop om het zo aan te pakken dat die coupure niet opvalt. Een hoop tijd, en lamme vingers, vooral als je laat begint, zoals ik, maar een verplichting naar dit mooie werk, vind ik. De Wiki geeft een mooie quote, waar Paco de Lucia het, blijkens zijn eigen uitvoering, het helemaal mee eens zou zijn:
“That melody is so strong that the softer you play it, the stronger it gets, and the stronger you play it, the weaker it gets.”
Miles Davis
We zullen de drummer vriendelijk vragen om z’n subtielste beentje voor te zetten!
- één voor de monitor, één voor de zaal, waarbij men voor de monitor een sterk gericht type gebruikt, om het risico op feedback te beperken. De zaalmic kan geplaatst en gekozen worden voor een optimale geluidskwaliteit. Met twee micro’s heeft een technicus maximale controle. ↩︎