Peterson Stroboclip tuner review
Lang leve het clip-on-stemapparaat. Dat beluistert met een sensor de trillingen van je instrument, waardoor je kan stemmen onder rumoerige omstandigheden (op de muziekschool..), of terwijl je heel zacht aanslaat, in het theater vlak voor je opgaat.
Ik heb een stuk of drie, vier van die apparaatjes, maar na de aanvankelijke euforie valt het op dat ze niet echt nauwkeurig zijn, ook niet een duurder exemplaar van de tunerspecialist Korg.
Met mijn blote oren krijg ik een zuiverder resultaat. Fijn voor m’n oren, maar was er maar zo’n handig clipje dat net zo goed (of beter..) was.
De meeste clipjes werken met lampjes. Als ze ‘op groen’ springen zit je -zogenaamd- goed. De Korg heeft een display met een wijzertje, maar veel nauwkeuriger wordt het stemproces daar niet van. De interpretatie van het display blijft een lastig punt. Want waar mik je op? Op de aanwijzing direct na het spelen van de noot? Na 1 of 2 seconden? Vlak vóór het uitsterven van de noot? Je ziet steeds wat anders, want een trillende snaar heeft een toonhoogteverloop.
Enter de Peterson Stroboclip. Tada. De eerste clip van het ‘andere’ tunermerk. Peterson werkt op basis van het stroboscoop-principe. De eerste strobe stamt (volgens Wikipedia) uit 1936 (de Conn Stroboconn) en werkte met 12 draaiende schijven. Peterson digitaliseerde het proces en noemt het virtual strobe. Peterson-tuners waren altijd nauwkeurig, groot en duur. Eindelijk is men nu toe aan een clipje, dat met z’n prijs (? 66 bij Thomann) ook nog eens voor een doorbraak zorgt.
Niet dat de aflezing van een strobe nou zo makkelijk is, het ding staat nooit helemaal stil, maar het klinkende eindresultaat is onbetwistbaar beter dan dat van een gewone digitale tuner. Als een andere tuner ‘groen licht’ geeft, of ‘dubbele pijltjes’ ten teken dat het ‘goed’ is, is zo’n goedmelding het resultaat van een software-beslissing. Die beslissing bevat een marge. Iets te hoog, iets te laag, alles ertussenin, het wordt allemaal goedgerekend.
De Peterson neemt nooit een besluit, hij meet stoïcijns door. Is je toon te hoog, dan draait de virtual strobe rechtsom, is ‘ie te laag dan draait hij linksom. Je ziet precies het moment dat je door het nulpunt gaat. En daar kan je wat mee. Draait ‘ie niet meer duidelijk links- of rechtsom, maar wiebelt ‘ie een beetje, dan ben je er. Leerlingen kunnen het ook, aflezen blijkt geen rocket science te zijn.
Niet dat de Stroboclip iets voor kinderen is. De arme wezens hebben veel te goedkope valse gitaren. Die krijg je nooit zuiver, ook niet met een stroboscoopstemapparaat.
In recensies over de Stroboclip maakt men ophef over de vele sweetener-presets die het apparaat bevat. Ik vroeg me altijd af wat dat toch was. Een zuivere gitaar moet gelijkzwevend gestemd worden en de rest is onzin. Maar speciaal voor U testte ik nog even de sweetenedGTR. Het was precies zoals ik dacht, op een intrinsiek zuivere gitaar krijg je een vals resultaat. Die preset is bedoeld voor intrinsiek valse gitaren. Zo’n gitaar kan je beter naar Norbert Wolf brengen.
Maar op een valse leerlingengitaar geeft “sweetenedGTR” een verbeterd resultaat.
Belangrijk is de mogelijkheid om de Stroboclip te kunnen calibreren op alle denkbare Hertz-toonhoogtes, zodat je er in de oude muziek ook wat aan hebt.
Mijn bottom line: met de Stroboclip stem je een goed geïntoneerde gitaar louter op het oog volkomen zuiver. Hulde Peterson.