Dowlands ‘Forlorn Hope Fancy’ BETER NIET op gitaar
Rond 1985 maakte een Amerikaanse gitarist een CD-opname van de Forlorn Hope Fancy, het oorspronkelijk voor luit geschreven meesterwerk van de Engelse componist John Dowland (1563-1626). So what, denkt u, we hoorden op de gitaar al de Goldbergvariaties, de Schilderijententoonstelling en virtuoze pianowerken van Albeniz. Correct, zeg ik, maar er is hier toch iets aan de hand. De Forlorn Hope Fancy KAN HELEMAAL NIET op de gitaar. Laat het me uitleggen…
Dowland schreef het werk voor een luit met zeven ‘koren’ (dat is een enkele snaar die dubbel is). In maat 12 legt Dowland zijn thema, een sombere, halftoonsgewijs dalende lijn, in de bas. Hij begint op het open zesde koor, en daalt dan af op zijn zevende en laagste, waarmee dat koor een melodische functie krijgt. De lage ligging zorgt samen met de harmonieën op de hoge snaren voor een magistraal effect, voor de climax van de opening van het stuk. Daarna cadenseert Dowland op de dominant en krijgen we een nieuwe reeks inzetten in de nieuwe toonsoort.
Goed, den gitarist is een schepsel zonder vrees, zoals ik met de bovenstaande reeks transcripties al wilde aangeven, maar in het geval van bedoelde Amerikaan helaas ook een schepsel zonder smaak. Want die lage thema-inzet moet op de gitaar weggelaten worden. Past niet, de gitaar heeft geen zevende snaar zoals Dowlands luit een zevende koor had. Maar onze Amerikaan ‘lost het probleem op’ door de lijn een octaaf omhoog te transponeren. En legt daarmee het thema in hetzelfde register als waarin we het reeds hoorden in maat 1. Weg opbouw, weg climax. Ach, moet hij gedacht hebben, er blijft nog genoeg moois over.
Was dit nou maar een geïsoleerd fenomeen, waarmee alleen de betrokken musicus zijn geloofsbrieven kenbaar maakte, maar nee. Op de site van een andere gitarist uit het land van de onbegrensde mogelijkheden komen we anno 2005 alweer de Forlorn Hope Fancy tegen, op dezelfde wijze gecastreerd. Idem bij een Japanse gitarist. Gaat het een trendje worden? Liever niet. Wil je de Forlorn Hope Fancy spelen, neem dan een zevensnarige gitaar. Of leer luit spelen.
Wat ook niet werkt is de zaak een kwart(!) omhoog transponeren om ruimte in de bas te winnen, zoals weer een andere Amerikaan deed. De nogal hoge ligging die je dan krijgt geeft het werk een ondraaglijke lichtheid. You can’t win. De Forlorn Hope Fancy past gewoon niet op de zessnarige gitaar. Het is een meesterwerk waar we met onze tengeltjes vanaf moeten blijven. De oude Sor sprak bij dergelijke bewerkingen over “opgeofferd aan de gitaar”. Mag ik mij hierbij aansluiten?