BOSE L1: mijlpaal
Kogel door de kerk. Vandaag de eerste gig gehad met mijn nieuwe Bose L1-systeem. En het was fantastisch. In tijden niet meer zo blij geweest. Ik had een geweldige sound die het hele podium bestreek. Alsof ik in een heerlijk warm bad lag. De klank die ik voor ogen had kon ik moeiteloos realiseren (eindelijk?), op het juiste volume, en hoorbaar voor iedereen, inclusief mijzelf. Dat ik Lenette van Dongen mocht begeleiden was icing on the cake.
De L1 heeft een totaal afwijkend concept van alles wat normaal gebruikt wordt voor intrumentversterking, en het leuke is: de Bose-jongens hebben het bij het rechte eind. Ze hebben ons de ogen geopend: overige versterkingsfilosofieën kloppen eigenlijk niet.
Bose L1: luidsprekerkolom, versterkervoet, basbox en mengpaneel
Ga maar na. In de huidige situatie (PA die door een iemand vanuit de zaal wordt geregeld), geef je de verantwoordelijkheid voor je hele kapitaal, je geluid, af aan een derde. Zelf krijg je je geluid te horen via de zg. monitors, die op het podium liggen. Om een lang verhaal kort te maken: dat klinkt (bijna) altijd zwaar klote. Het begip ‘goed’ bestaat hier niet. ‘Niet al te erg’ is het best haalbare. Ik wordt door dat miserabele geluid altijd uit mijn evenwicht gebracht.
Dit gezegd hebbende zullen ongetwijfeld een aantal geluidstechnici op hun achterste benen staan. Maar het ligt niet aan deze soms zeer kundige mensen, het heeft vooral te maken met de geluidsspreidingskarakteristiek van monitors en andere luidsprekers. Als je een akoestische gitaar bespeelt zonder versterking, zit je midden in het geluid. Ga je versterken en krijg je je geluid terug via een monitor, dan wordt je geluid een dunne straal. Dat voelt heel onnatuurlijk en onprettig, je zit er niet meer in. Heb je wel eens gezien hoe Pat Metheny z’n akoestische gitaar versterkt? Hij heeft vier monitors om zich heen, en dan zit hij ook nog eens op een stoel met ingebouwde basluidspreker! Zo lost hij dat op.
Terug naar de gebruikelijke situatie in de zaal. Het hooggeachte publikum hoort het geluid via heel andere speakers dan de speler: de zaalspeakers. De artiest hoort die niet, want die staan met de rug naar je toe. Hoe het publiek jou hoort zal je dus nooit precies weten. Je kan alleen maar hopen dat het goed is. Je lot ligt in handen van een geluidstechnicus die jouw klankideaal doorgaans niet kent, evenmin als het muzikale arrangement en de beoogde rol van de gitaar daarin. En vaker dan niet wordt de gitaar in de hoek van ‘irrelevant getokkel’ weggeschoven, zeker als je fingerstyle speelt, want dat kent men niet. “Als ‘ie de stem maar niet in de weg zit”, is de hoogste wijsheid in sommige kringen. Logisch dat het kind dan met het badwater wordt weggegooid.
Bose brengt de verantwoordelijkheid voor het geluid terug waar hij hoort: bij de speler zelf. Een monitor is niet meer nodig: de L1 staat achter je en is zowel ‘monitor’ als ‘zaalspeaker’. Je stelt ‘m in naar believen, en het geluid dat JIJ hoort is precies het geluid dat naar je publiek gaat.
Maar komt dat wel aan? Ja, want de Bose is een speciaal soort luidspreker. De L1 is een lijnbron. Daardoor draagt ‘ie verder. De 2 meter hoge cylinder bevat 24 kleine conussen. Door acoustische koppeling ontstaat een spreiding van bijna 180 graden in het horizontale vlak, bij een vrijwel afwezige verticale spreiding. Niet-lijnbronnen, zoals gewone speakers, hebben die wél, waardoor geluid verloren gaat in een nutteloze richting. De Bose draagt daardoor verder, en je fijne podiumgeluid is ook een bruikbaar zaalgeluid – voor kleinere zalen. In grote of brede ruimtes kan de zaaltechnicus het signaal aftappen en doorsturen naar de zaalspeakers. Als die de ‘paal’ niet overstemmen blijft het geluid, voor de luisteraars, uit de richting van de speler komen.
De Bose staat achter je. ‘Help, feedback!’, denk je dan. Maar door de grote spreiding veroorzaakt de Bose minder feedback dan conventionele speakerkasten. Zangers kunnen hun micro nog 45 graden tilten, voor extra ongevoeligheid.
Valt je wat op? De Bose is hartstikke mono! Edoch, zijn wij niet allen mono? Vandaar de naam ‘Personal Amplification System’. Iedere muzikant op het podium wordt geacht zijn eigen L1 achter zich te hebben (ook goed voor de omzet van de firma Bose). Het geluid komt dan voor de toehoorder precies van de plek waar hij de muzikant waarneemt. Wel zo natuurlijk.
Da’s anders dan bij een gewoon zaalsysteem, waarbij alle musici samenkomen in een tweedimensionale mix via speakers op links en rechts (waarbij eventuele vliegende centrale speakers bijdragen aan het verder vervreemden van het waargenomen geluid van de visuele bron).
Voor bespelers van acoustische instrumenten is de L1 het meest muzikale versterkingssyteem. Dat heeft te maken met de geluidsspreiding, die de spreiding van een echt muziekinstrument benadert. Het geluid omhult je, in plaats van op je te worden afgevuurd in een dunne straal. Het ding mengt ook beter met puur akoestische geluiden, zoals ik al heb gemerkt. Voor een versterkte gitaarpartij in een orkest zou de Bose geknipt moeten zijn. Iedereen hoort je dan een beetje, in plaats van alleen diegene die in de vuurlijn van de speaker staat (mik met een gewone amp nooit op de dirigent – die vraagt dan vriendelijk of het wat zachter mag – waarna niemand je meer hoort).
Het lijkt me geen gewaagde voorspelling dat we het hele Bose-verhaal gaan terugzien in allerlei produkten van de concurrentie, en zeker in (acoustische) gitaarversterkers, die ALLEMAAL kunnen profiteren van een veel betere geluidsspreiding.
Kritiek? Het bijbehorende digitale mengpaneel is weliswaar heel praktisch, maar ik verdenk het van een nasale klankverkleuring – als ik mijn Paradis regelrecht op de analoge input in de voet aansluit hoor ik het verschil. En het ingebouwde stemapparaat (verdomd handig) deed het opeens niet meer halverwege de show. Zeer vreemd. En de digitale galm klinkt nogal goedkoop. Je moet goed zoeken naar een natuurlijk standje.
Het systeem is zo anders dan wat dan ook, dat er nog véél meer over te zeggen is. Laat ik mij beperken tot de gedachte dat het een prestatie van formaat is dat de Bose-people dit nieuwe concept al direct in zo’n praktische vorm hebben weten te gieten. Aan alles is gedacht. Zo nieuw als het is, is het eigenlijk al een heel gerijpt produkt.
Erg grappig: zodra je het ding ter sprake brengt komt bij veel mensen een onmiskenbare BOSE-haat boven. Ik ken geen ander merk waarbij dat zo leeft. Je krijgt allerlei vage verhalen, en het systeem is bij voorbaat al veroordeeld omdat er “Bose” opstaat. De oren van deze critici zitten onveranderlijk POTDICHT, en voor de theorie achter het systeem zijn ze al helemaal niet te porren. Heerlijk.
Goed, laat ik ophouden, er is elders veel meer over dit systeem te vinden. Er bestaat een internetforum waarop gebruikers met elkaar en met de Bose-ontwikkelingsingenieurs praten.
Samenvattend: op het podium sta ik voortaan met plezier voor paal!
BREAKING NEWS 16-11 ’08: If you can’t beat them, join them. Fishman (soms innovatief, en anders nooit te beroerd om een goed idee te jatten..) komt met een BOSE-kloon – bedoeld als acoustische gitaar-amp. Ze doen uiteraard alsof ze het allemaal zelf bedacht hebben, maar Bose is written all over it. De eigen innovatie bestaat uit twee wieltjes onder de draagtas. Ben overigens benieuwd in hoeverre Bose zich met patenten heeft kunnen beschermen. Een lijnbron is maar een lijnbron…
TOEVOEGING ANNO 2011: Hughes & Kettner hebben een heel modulair PA-systeem ontwikkeld, overduidelijk geïnspireerd door de boze paal.