Amerikaanse expressie
Expressie in de klassieke stijl. We hadden het er al eens over. De Amerikaanse gitarist Tom Poore is er ook mee bezig. Hij schreef op zijn website een kort artikel ‘The Value of Musical Analysis‘. Hierin komt een etude van Sor ter sprake, no. 13 uit het (onvolprezen) opus 60.
Poore wil onze expressie bevorderen, een fijn initiatief, en opent met een analyse van het stukje. Allemaal geweldig. Tot besluit kan je op een knop drukken om Poore’s uitvoering van de etude te horen. Hij geeft maar liefst vier verschillende versies. Die omschrijft hij als volgt:
Sor 1: This is my first, more restrained performance.
Sor 2: This is a somewhat warmer performance.
Sor 3: This is a more impassioned performance.
Sor 4: with my apologies to the composer.
Ik heb ze beluisterd, en ik moet zeggen, tussen Poore’s expressieve gradaties 1, 2 en 3 hoor ik geen enkel verschil. En ik hoor überhaupt geen expressie. Misschien met een vergrootglas, maar ik heb liever dat expressie evident is.
Tom Poore
In versie 4, vanwege zijn omschrijving al de meest interessante, is wel expressie waarneembaar. Poore doet iets met toon en vibrato, hij omspeelt kortstondig een loopje, en trekt wat aan het tempo. Mooi allemaal, want dan gebeurt er tenminste wat. Dan hoor je dat er een mens bezig is en geen MIDI-draaiorgel. En ‘mens-zijn’ communiceert, ‘machine-zijn’ niet. Daar hebben wij als homo sapii geen antennes voor meegekregen..
Maar Den Amerikaanschen Gitarist heeft blijkbaar andere normen. Poore meent voor versie 4 zijn excuses aan de componist te moeten aanbieden. Wat moeten we hier nou mee? Gaf Poore dan dit voorbeeld om te laten horen hoe het NIET moest? Dat is dan wel een gekke manier van onderwijzen.
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat Poore het stiekum erg goed vond wat hij deed in voorbeeld 4, en het daarom toch op zijn site zette. Maar waarom dan die excuses? Antwoord: expressief spelen is niet PC!
Dat is ouderwets, dat is niet objectief, je laat merken dat je er niets van weet als je zo speelt! Expressie is vies! Mag het een onsje minder zijn? Dames en heren dit is de treurige state of the art in het hedendaagse (Amerikaanse) klassieke gitaarspel.
Dat is ook de verklaring voor het uiterst geringe verschil tussen voorbeelden 1, 2 en 3. Poore is bang om teveel te doen, stel je voor dat het een beetje expressief zou worden. Huh!
Even terug naar versie 4, voordat u mocht gaan denken dat ik Poore’s spel daarin idealiseer. Verre van dat. Ik zei alleen dat er in dit ultieme voorbeeld van Poore’s expressie iets menselijks hoorbaar was. Dat is dan ook meteen de enige kwaliteit van dit exempel. Want het belangrijkste expressieve middel om van Sor iets te maken is in zowel 1, 2, 3 als 4 afwezig: het geven van ‘richting’ aan de melodie. Poore blijft metronomisch en slaapverwekkend en Sor blijft dead as a doornail.
Weer een knopdruk verder beschrijft Poore in een vervolg op zijn ‘inleiding tot de expressiviteit’ zijn belangrijkste expressieve middel: note grouping. We krijgen een verhaal over het betonen van de ‘drie’ in een driekwartsmaat met als doel om de ‘één’ te betonen. Althans dat is wat ik er in lees. Een andere Amerikaanse gitarist meldt zich in een discussiegroep met zijn voorbeeld van note grouping in dezelfde Sor-etude.
Waarschijnlijk houden ze zich in Amerika daarmee bezig op de universiteiten. Wat ik mis is een ouderwets (ca. 250 jaar oud) degelijk verhaal over het maataccent. Iets dat Sor zélf, of Mozart, zou kunnen begrijpen en onderschrijven. Over goede en slechte noten, over speciale betoningen en over zangerigheid.
Zoals het nu is leggen de Amerikanen één of andere moderne uitvoeringspraktijk over het werk van de arme Sor heen.
Ik ben bang dat Sor, ondanks Poore’s welgemeende adviezen, voorlopig nog erg saai zal blijven.