Ingeblikt concert vaak beter
U kent het fenomeen: iemand speelt u een stukske muziek voor op zijn instrument, en u denkt ’tsjonge wat mooi’. Het lijkt wel of er een grotere werking van uit gaat dan als datzelfde werkje via een CD weerklinkt. In het echt is er een bepaalde dimensie die niet te vatten is in een opname, zo lijkt het.
Maar helaas bestaat er ook een omgekeerd fenomeen. Ik was ooit aanwezig bij het concert van Sir Paul McCartney in het Gelredome te Arnhem, anno 2004 (samen met minstens 20.000 anderen). Ik zat op zo’n ‘ring’, en dat ventje heel in de verte, dat moest Sir Paul zijn. Ik nam bekende klanken waar, maar de lage tonen, laten we zeggen alle frequenties onder de 300 Hertz vormden tesamen één grote staande (vloed)golf. Een soort gons waar de individuele toonhoogten, u weet wel, die dingetjes waar muziek uit opgebouwd is, in verdronken.
Ik sta rechtsboven
Nou, IK wordt daar niet vrolijk van. Muziek is voor mij de wetenschap van de tonen, de chemische reactie van bepaalde, door de componist vastgestelde toonhoogten. Zo’n staande golf gooit dan mooi roet in het eten.
Later zag ik hetzelfde concert terug op TV (althans een montage van dezelfde tournee), en het was ontroerend en verpletterend. Die dimensie was live volledig langs mij heen gegaan.
Hetzelfde weer, laatst. Little Feat in Paradiso. De heren (en dame) op het toneel hadden er zin in, dat zag je wel. Maar weer was er die staande golf, die gons, die ‘one note bass’, die grote gelijkmaker die MIJN plezier vergalt. Harmonieën gingen in het gedruis ten onder. Juichende recensie in de krant. Lyrische vriend Bart B. Bij mij een teleurgesteld gevoel.
Natuurlijk, in de popmuziek schuift men de masterfaders ver open, ja en dan kan dat gebeuren, dan stop je zoveel geluidsdruk in zo’n ruimte dat de tonen over elkaar heen gaan struikelen, vooral in zo’n ouwe kerk als Paradiso, of zo’n A-koestiese bak als het Gelredome.
Want daar gaat het eigenlijk om. Akoestiek maakt of breekt je avond.
In de Waalse kerk te A, een geliefd stekje voor oude muziek, zat ik ooit te luisteren naar Bach. Laat dat nou flink buiten de zg. galmstraal geweest zijn. De galmstraal is de denkbeeldige lijn waarop het directe geluid en de galm precies even sterk zijn. Ik nam dus een blur waar waar de bedoelingen van Bach in het geheel niet uit af te leiden waren, ondanks alle inspanningen van de podiumbeesten.
Conclusie: vermijd slechte zalen, ga bij een concert in een kerk op de voorste rij zitten. Doe dat sowieso bij zachte instrumenten als gitaar, gamba, klavecimbel etc. Of blijf thuis en beluister de radio-opname.